Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord de tijd is om
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aan; met; op; te; tot; voor; bij) | ; | |
🔗 Dan verwacht ik jullie om zeven uur. | ||
(aan; door; met; omwille van; uit; uit hoofde van; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; on account of ; | |
🔗 Ze lachte om die vreselijke opmerking. | ||
(op; ten behoeve van; teneinde; voor) | ; | |
🔗 Anderen vluchtten en schreeuwden om hulp. | ||
(omstreeks; aan; rond; rondom; tegen; om … heen) | ; | |
🔗 Toen hij om de struiken liep, zag hij mij. | ||
🔗 De tijd heelt alle wonden. | ||
(wijle; poos) | ; | |
🔗 Talrijke eilanden verdwenen na korte tijd weer in zee. | ||
(wijl) | ; | |
🔗 Wij nemen u mee op een reis door de tijd. | ||
(tijdsduur) | ; | |
🔗 De tijd van deze hier was net begonnen. | ||
🔗 In Portugal wordt de Westeuropese tijd aangehouden. | ||
🔗 Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. | ||
🔗 Daar had hij geen tijd voor. | ||
🔗 Zedenmeesters zijn van alle tijden. |
Nederlands | Engels |
---|---|
de tijd is om | ⇆ the time has expired; ⇆ time is up |
om | ⇆ about; ⇆ around; ⇆ at; ⇆ because of; ⇆ for; ⇆ on; ⇆ on account of; ⇆ out; ⇆ round; ⇆ up; ⇆ out of the way; ⇆ in order to |
tijd | ⇆ age; ⇆ day; ⇆ days; ⇆ period; ⇆ time; ⇆ space; ⇆ tense; ⇆ tide; ⇆ while; ⇆ season; ⇆ stretch |