Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord doodgoed
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(heengaan; sterfgeval; verscheiden) | ||
🔗 Heb je hen op de dood voorbereid? | ||
(afgestorven; overleden; ter ziele) | ||
🔗 Onze taal is niet dood. | ||
(levenloos) | ||
🔗 Dankzij het geld van de heer Bommel zal ik binnenkort in staat zijn dode stof tot leven te wekken. | ||
🔗 De dood klopt aan mijn deur. | ||
(wel) | ; ; | |
🔗 Bekijk deze foto’s eens goed. | ||
(bezitting; landgoed) | ; | |
🔗 „Mag ik vragen”, zeide ik, „of dit goed niet toebehoort aan de heer Blaek van Amsterdam?” | ||
(okee; in orde) | ; ; ; | |
🔗 Het is een goed boek. | ||
(goede) | ||
(juist; zuiver) | ; | |
(akkoord; in orde; okee) | konsentite | |
(bezit; bezitting; eigendom) | possession ; property | |
🔗 Iedere dag riskeren ze hun leven om het leven en goed van anderen te beschermen. | ||
(kledij; kleding; kleren) | ||
(juist) | ; ; | |
🔗 Dan heb ik een beter voorstel. | ||
🔗 Je hebt dus een goed paard nodig. |
Nederlands | Engels |
---|---|
doodgoed | ⇆ extremely kind‐hearted; ⇆ kind to a fault |
dood | ⇆ consummation; ⇆ dead; ⇆ dead and gone; ⇆ death; ⇆ demise; ⇆ departure; ⇆ dissolution; ⇆ end; ⇆ exanimate; ⇆ fall; ⇆ fate; ⇆ gone; ⇆ no more; ⇆ to death |
goed | ⇆ aright; ⇆ asset; ⇆ blue‐chip; ⇆ chattel; ⇆ commodity; ⇆ correct; ⇆ effects; ⇆ estate; ⇆ fine; ⇆ fitly; ⇆ gear; ⇆ good; ⇆ kind; ⇆ kindly; ⇆ okay; ⇆ proper; ⇆ properly; ⇆ property; ⇆ well; ⇆ right; ⇆ all right; ⇆ rightly; ⇆ sound; ⇆ ware; ⇆ strong; ⇆ stuff; ⇆ things; ⇆ goodly; ⇆ round; ⇆ full; ⇆ clothes; ⇆ luggage; ⇆ wares; ⇆ goods; ⇆ possession; ⇆ material; ⇆ wear |