Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord frequent

Nederlands	Engels (indirect vertaald)	Esperanto
frequent (veelvuldig)	frequent	ofta
frequent (dikwijls; vaak; veelvuldig)	frequently	ofte
🔗 Na 1928 begon hij frequenter te publiceren.
frequenteren (bezoeken)	frequent	vizitadi
frequentie	frequency	frekvenco
hoogfrequent	high‐frequency	altfrekvenca

Nederlands	Engels
frequent	⇆ frequent; ⇆ frequently
frequenteren	⇆ frequent
frequentie	⇆ frequency; ⇆ incidence; ⇆ oftenness
hoogfrequent	⇆ high‐frequency
laagfrequent	⇆ low‐frequency