Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord groeikracht
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aangroei; aanwas; toename) | ||
🔗 Een van de oorzaken is de sterke groei van het internationale toerisme. | ||
(plantengroei) | ||
(wasdom) | ||
(aangroeien; stijgen; toenemen) | ; increase | |
(aangroeien; toenemen; groter worden) | increase ; | |
vegeti | ||
🔗 Tegen de laagste, buitenste muur groeide dicht struikgewas. | ||
(toenemen; aanwassen; wassen) | ||
🔗 Puc was gegroeid in het afgelopen jaar, maar hij was nog steeds klein. | ||
🔗 Ze groeien op de berg. | ||
(toenemen) | ||
🔗 Bereken de kracht die op het lichaam wordt uitgeoefend. | ||
(sterkte) | ; vigour | |
(macht; vermogen) | ||
🔗 Men zal mijn kracht leren kennen! | ||
🔗 Ik heb je zo vernederd dat je niet eens meer de kracht hebt om er een einde aan te maken. | ||
(sterkte) | ; | |
🔗 De aardbeving op 11 maart had een kracht van 9,0 op de schaal van Richter. |
Nederlands | Engels |
---|---|
groeikracht | ⇆ vegetative faculty; ⇆ vigour; ⇆ vitality |
groei | ⇆ growth; ⇆ increase; ⇆ vegetation |
groeien | ⇆ grow; ⇆ increase |
kracht | ⇆ efficaciousness; ⇆ efficacy; ⇆ energy; ⇆ expressiveness; ⇆ force; ⇆ fortitude; ⇆ goodness; ⇆ intensity; ⇆ might; ⇆ muscle; ⇆ pith; ⇆ potency; ⇆ power; ⇆ puissance; ⇆ strength; ⇆ vigour; ⇆ zing; ⇆ spirit; ⇆ steel; ⇆ stress; ⇆ thews; ⇆ employee; ⇆ worker; ⇆ vim; ⇆ wallop |