Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord huwelijken
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
marriage | ||
marriage ; wedding | ||
🔗 Hij had de titel in handen gekregen door een huwelijk, niet door afkomst of op enige andere wijze. | ||
(trouwerij; echtvereniging) | marriage ; wedding | |
🔗 Durrell hield zich aan zijn deel van de overeenkomst en sprak de volgende twee dagen met geen woord over het huwelijk. | ||
; | ||
🔗 Over een paar jaar zou Madouc ongetwijfeld tot zijn voordeel kunnen worden uitgehuwelijkt. |
Nederlands | Engels |
---|---|
huwelijk | ⇆ alliance; ⇆ bed; ⇆ marriage; ⇆ match; ⇆ matrimony; ⇆ wedding; ⇆ wedlock |
uithuwelijken | ⇆ marry away; ⇆ give in marriage; ⇆ marry off |