Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord kleingeestigheid
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
pettiness ; small‐mindedness | ||
(benepen; enghartig) | narrow minded | malgrandanima |
🔗 De pastoor knikte bevestigend, maar met een onbehaaglijk gevoel, want hij had zojuist hetzelfde gedacht, en toen had de verdenking hem niet zo kleingeestig geleken. |
Nederlands | Engels |
---|---|
kleingeestigheid | ⇆ provincialism |
kleingeestig | ⇆ small; ⇆ narrow‐minded; ⇆ pettifogging; ⇆ sectarian; ⇆ small‐minded |