Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord koopvrouw
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(handelaar) | ||
🔗 Puc bracht de tijd na het eten door met het praten met de zoon van een koopman. | ||
(aankopen; aanschaffen; afnemen; inkopen; overnemen; zich aanschaffen) | ; | |
🔗 Ik wil hier een huis kopen. | ||
(echtgenote; gemalin) | ; spouse | |
🔗 Dit is mijn vrouw. | ||
vrouw (wijfje; vrouwtje) | ||
(vrouwmens; vrouwspersoon; wijf) | ; female | |
🔗 Het was een vrouw die me dit gaf. | ||
(dame; koningin) | ||
(mevrouw; dame) |
Nederlands | Engels |
---|---|
koopvrouw | ⇆ tradeswoman |
koopman | ⇆ dealer; ⇆ merchant; ⇆ merchantman; ⇆ trader; ⇆ hawker |
kopen | ⇆ acquire; ⇆ buy; ⇆ purchase |
vrouw | ⇆ female; ⇆ missus; ⇆ lady; ⇆ quean; ⇆ queen; ⇆ wife; ⇆ woman; ⇆ spouse; ⇆ Mrs. |