Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord landbouw‐

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(akkerbouw)
(constructie; gebouw; aanleg; opbouw)
construction
; ;
structure
🔗 Op de datum van 26 oktober was de bouw van de sleden eindelijk voltooid.
(constructie; samenstelling; structuur);
fabric
(veld)
;
🔗 Dit is het land waar u een nieuw leven bent begonnen, weet u nog wel?
agricultural instruction
agrokultura instruado
agricultural product
🔗 Nederland exporteert jaarlijks voor 1,5 miljard euro aan landbouwproducten naar Rusland, wat neerkomt op nog geen 0,3 procent van het bruto binnenlands product.
agricultural school
agricultural exhibition

NederlandsEngels
landbouw‐ agrarian; agricultural; farm; farming; georgic
landbouw agriculture; husbandry; farming
ministerie van landbouw ministry of agriculture
ministerie van landbouw en visserij ministry of agriculture and fisheries
bouw architecture; build; building; conformation; construction; contexture; erection; fabric; frame; growing; structure; texture; cultivation; culture
land country; estate; glebe; home; land; nation; field; soil
landbouwconsulent consulting agriculturalist
landbouwergereedschap agricultural implements
landbouwhogeschool agricultural university
landbouwkrediet agricultural credit
landbouwkunde agriculture; agronomics; husbandry
landbouwmachine agricultural machine
landbouwonderneming agricultural enterprise
landbouwonderwijs agricultural education; agricultural instruction
landbouwpolitiek agricultural politics; agricultural policy
landbouwproduct farm product
landbouwproefstation agricultural experiment‐station
landbouwschool agricultural college
landbouwtentoonstelling agricultural show
landbouwwerktuig agricultural implement; farming implement