Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord leenwoord

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
loanword
🔗 Geld lenen kost geld.
(lenen aan)
lend
🔗 U hebt meneer Van Genugten geld geleend.
(borgen; uitlenen)
lend
;
🔗 Je mag me ook wel een paar sokken lenen.
🔗 Elk woord is hier te veel.
🔗 Je hebt het woord „moordenaar” gebruikt.
🔗 Het woord is aan de markies de Cantecler.
🔗 En u moet nu maar erg op uw woorden passen!
🔗 De drager van deze ring moet zich altijd aan zijn woord houden, zie je?

NederlandsEngels
leenwoord borrowing; loanword
lenen borrow; borrowing; lend; loan; lend to
woord parole; word; vocable