Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord lijf

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(lichaam)
🔗 Geen beweging of ik schiet een pijl door je lijf!
(keurslijf; lijfje; corsage)
gezond van lijf en leden
sankorpa
(bovenlichaam)
upper body
🔗 Vier armen hingen van het bovenlijf omlaag.
(verstopt; geconstipeerd)
constipated
konstipita
constipated
mallaksa
(lijf; lijfje; corsage)
(korset)
corset
(lichamelijk)
(lakei)
lackey
🔗 De lijfknecht van het hotel had zijn bagage doorgekeken en kennelijk niets geschikts aangetroffen.
(kamerdienaar)
valet
🔗 Brandon zou nog vele jaren Peters lijfkecht blijven, maar waarschijnlijk niet voor altijd.
(devies; motto)
motto
🔗 Dat is altijd mijn lijfspreuk geweest!
🔗 Als Bill en zijn twee lijfwachten daar aankomen, is het reeds te laat.
(abdomen; onderbuik)

NederlandsEngels
lijf bodice; body; corsage
gezond van lijf en leden sound in life and limb
het aan den lijve ondervinden learn what it feels like; feel it personally
het vege lijf redden get off with one’s life
hij heeft geen hemd aan zijn lijf he has no shirt to his back
iemand de schrik op het lijf jagen give somebody a fright; give somebody a turn; terrify somebody
iemand de stuipen op het lijf jagen frighten somebody to death; frighten the life out of somebody; frighten the wits out of somebody; scare the hell out of somebody; scare the living daylights out of somebody; give somebody a fright; give somebody a turn; give somebody a fit
iemand het hemd van het lijf vragen pester somebody with questions
iemand met iets op het lijf vallen spring something on somebody
iemand op het lijf vallen enexpectedly drop in on somebody; take somebody unawares
iemand tegen het lijf lopen bump against somebody; run into somebody; run up against somebody
iemand te lijf gaan go at somebody; go for somebody
in levenden lijve as large as life; bodily; in the flesh
lijf en goed life and property
tegen het lijf lopen bump into; come upon; drop across; drop on; fall in with; run across; run against; run into; run up against; stumble across; stumble upon; stumble on
weinig om het lijf hebben be no great matter; amount to very little
achterlijf abdomen
bovenlijf upper part of the body
hardlijvig costive; constipated
keurslijf bodice; curb; strait‐jacket; trammels; stays
lijfarts physician in ordinary; personal physician
lijfblad favourite paper
lijfelijk bodiily; physical
lijfgoed body‐linen
lijfknecht lackey; valet
lijflucht body odour
lijfrente annuity; life‐annuity
lijfsbehoud preservation of life
lijfsdwang attachment; constraint; physical force
lijfsgevaar danger of life
lijfsieraad personal ornament
lijfspreuk household word; motto; favourite maxim
lijfstraf corporal punishment
lijfwacht bodyguard; guard; guards; life‐guard
onderlijf belly; abdomen; lower part of the body