Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord maak

Nederlands	Engels (indirect vertaald)	Esperanto
maken (doen ontstaan; formeren; instellen; opleveren; opwekken; in het leven roepen)	create	estigi
🔗 Ik maakte geen vuur.
maken (uitvoeren; vervaardigen)	make ; form	fari
🔗 Hoe wordt een bronzen beeld gemaakt?
maken (doen; laten)	make	igi
🔗 Dat maakte dat hij zich iets beter voelde.
maken (creëren; scheppen)	create	krei
🔗 Ook de andere schilderijen die hier hangen, zijn niet in Londen gemaakt.
maken (herstellen; repareren; verstellen)	fix ; repair ; mend	ripari
maken (scheppen)	compose ; create	verki

Nederlands	Engels
maak	⇆ making
maken	⇆ repair; ⇆ fix; ⇆ amount to; ⇆ build; ⇆ coin; ⇆ coinage; ⇆ compose; ⇆ confect; ⇆ confection; ⇆ constitute; ⇆ construct; ⇆ create; ⇆ do; ⇆ draw; ⇆ fabricate; ⇆ form; ⇆ get up; ⇆ give; ⇆ make; ⇆ making; ⇆ manufacture; ⇆ take; ⇆ mend; ⇆ offer; ⇆ pass off; ⇆ produce; ⇆ raise; ⇆ realize; ⇆ render; ⇆ score; ⇆ send; ⇆ shape; ⇆ tailor; ⇆ turn; ⇆ volunteer; ⇆ drive

Nederlands

Engels

maak

⇆ making

maken

⇆ repair; ⇆ fix; ⇆ amount to; ⇆ build; ⇆ coin; ⇆ coinage; ⇆ compose; ⇆ confect; ⇆ confection; ⇆ constitute; ⇆ construct; ⇆ create; ⇆ do; ⇆ draw; ⇆ fabricate; ⇆ form; ⇆ get up; ⇆ give; ⇆ make; ⇆ making; ⇆ manufacture; ⇆ take; ⇆ mend; ⇆ offer; ⇆ pass off; ⇆ produce; ⇆ raise; ⇆ realize; ⇆ render; ⇆ score; ⇆ send; ⇆ shape; ⇆ tailor; ⇆ turn; ⇆ volunteer; ⇆ drive