Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord noodzaken
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(dwingen; nopen; verplichten) | ; ; constrain ; necessitate ; | |
necessitate | ||
🔗 Tot mijn spijt zie ik mij genoodzaakt mijn ontslag te nemen. | ||
; necessity | ||
(nood) | ; | |
🔗 Hij vervloekte de noodzaak om al die kilometers af te leggen, maar een andere manier was er niet. |
Nederlands | Engels |
---|---|
noodzaken | ⇆ compel; ⇆ constrain; ⇆ force; ⇆ necessitate; ⇆ oblige |
zich genoodzaakt zien om | ⇆ be obliged to; ⇆ feel obliged to |
noodzaak | ⇆ force; ⇆ necessity; ⇆ need |