Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord ongesteld

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(onwel)
malsaneta
🔗 Maar gisteren hoorde ik dat de markies en de burgemeester ongesteld zijn.
🔗 Zijn ongesteldheid hield drie dagen aan.

NederlandsEngels
ongesteld indisposed; unwell
ongesteld zijn have one’s period
ongesteldheid ailment; disorder; disorderliness; distemper; illness; indisposition; menstruation