Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord ongewoonheid

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
commonness
🔗 Ze gingen terug naar de haven, en de Vargaz, toen ze weer aan boord waren, leek een gezegend oord van gewoonheid.
🔗 Vader is nu al ongewoon lang weg.
unusual
;
(ongebruikelijk; zonderling; zonderbaar);
🔗 Het volgende half uur gebeurde er niets ongewoons.
unaccustomed
🔗 Maar dat was niets ongewoons.

NederlandsEngels
ongewoonheid extraordinariness
gewoonheid commonness
ongewoon freak; out of the common; out of the ordinary; out‐of‐the‐way; rare; unaccustomed; uncharacteristic; unorthodox; unusual; unwonted; strange; uncommon; unfamiliar; offbeat