Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord onzelfstandigheid

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
zelfstandigheid
(stof)
zelfstandigheid
(onafhankelijkheid)
zelfstandigheid
(onafhankelijkheid)
zelfstandigheid
(stof; substantie)

NederlandsEngels
onzelfstandigheid dependency on others
onzelfstandig dependent upon others
zelfstandigheid independence; self‐sufficiency; substance