Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord opgelegd

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels
opgelegd laid‐up; marked; veneered
opleggen charge with; set; veneer; assess upon; award; charge; devolve; dictate; enforce on; enforce upon; enjoin; impose; impose on; inflict; lay on; lay up; lay upon; put on; saddle with