Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord oppassen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(verzorgen) | ||
(acht slaan op; letten op; opletten; oppassen voor; passen op) | ||
🔗 Pas op dat je niet uitglijdt! | ||
(oppassen) | ; ; ; watch out ; ; be attentive ; be attentive to ; | |
🔗 Maar pas op voor de blubber! | ||
(uitgeput; uitverkocht) | exhausted | |
spent | elspezita | |
worn | ||
🔗 De benzine zal op zijn. | ||
(verbruikt) | used up | |
🔗 Als die op waren, was het wapen waardeloos. | ||
(aan; jegens; met; om; te; tot; voor; bij) | ; ; ; ; | |
🔗 Wie kan dat op deze afstand zeggen? | ||
(naar boven; omhoog) | ||
(aan; boven op) | ; ; ; ; | |
🔗 Ik keek op de wijzerplaat. | ||
(binnen; in; per; te; van; aan) | ; | |
🔗 Over een half uur worden we op het paleis verwacht. | ||
(uit; van) | ; ; | |
(aan; bij; naar; tegen; tot; voor; naar … toe) | ; | |
🔗 Ze wees op de volle planken. | ||
(om; voor) | ||
🔗 En toen nu alles op een mogelijk gevecht werd voorbereid, vonden de jongens de verschijning dier zeereuzen niet meer leuk. | ||
(aan; bij) | ; ; | |
🔗 Op de hoek botste een man tegen mij op, die van de andere kant kwam en mij niet gezien had. | ||
(aan; betreffende; in; met; naar; omtrent; over; van; voor) | ; ; ; | |
🔗 Geef een duidelijk antwoord op de vraag! | ||
(langs; naar; volgens) | ; ; | |
🔗 Er staat weinig wind en in het donker kunnen we op de sterren varen. | ||
(bij; in; onder; met) | ; | |
🔗 En met wat meer geluk zie je op je wandeling spechten, boomvalken, dassen, haviken, heel veel libellen en zangvogels als bijvoorbeeld boomklevers. | ||
(aan; jegens; met; tegen; tegenover; voor) | ||
🔗 De Israëlische luchtmacht voert steeds meer luchtaanvallen uit op de Gazastrook. | ||
sweet | ||
(betamen; voegen) | befit | |
🔗 Het past voor mannen van mijn en uw soort niet langer samen te reizen dan noodzakelijk is. | ||
esti laŭmezura | ||
🔗 De ene helft van zijn gezicht paste niet bij de andere. | ||
(betamen; conveniëren; gelegen komen; schikken; uitkomen; voegen) | ; | |
(aanpassen) | ; ; ; ; ; ; assay ; | |
sidi bone | ||
(aanpassen) | try on | surprovi |
(aanpassen) | try on | vesti prove |
Nederlands | Engels |
---|---|
oppassen | ⇆ attend; ⇆ babysit; ⇆ be careful; ⇆ beware; ⇆ go straight; ⇆ guard; ⇆ mind; ⇆ nurse; ⇆ take care; ⇆ take heed; ⇆ tend; ⇆ ware |
oppassen voor | ⇆ be careful of; ⇆ beware of; ⇆ guard against; ⇆ ware |
pas op! | ⇆ have at you!; ⇆ mind!; ⇆ watch your steps!; ⇆ mind your steps! |
op | ⇆ all in; ⇆ along; ⇆ at; ⇆ broken‐down; ⇆ by; ⇆ clapped‐out; ⇆ dead; ⇆ done; ⇆ exhausted; ⇆ frazzled; ⇆ gone; ⇆ in; ⇆ knocked up; ⇆ on; ⇆ onto; ⇆ out; ⇆ to; ⇆ up; ⇆ upon; ⇆ spent; ⇆ run‐down; ⇆ on top of; ⇆ washed up; ⇆ after; ⇆ at an end; ⇆ all gone; ⇆ worn out; ⇆ worn; ⇆ with respect to |
oppassend | ⇆ steady; ⇆ well‐behaved; ⇆ well‐conducted |
oppasser | ⇆ attendant; ⇆ batman; ⇆ gillie; ⇆ gyp; ⇆ keeper; ⇆ minder; ⇆ orderly; ⇆ servant; ⇆ valet |
oppassing | ⇆ attendance; ⇆ nursing; ⇆ care |
passen | ⇆ become; ⇆ befit; ⇆ behove; ⇆ beseem; ⇆ dovetail; ⇆ fit; ⇆ fit on; ⇆ fitting; ⇆ pass; ⇆ resign; ⇆ suit; ⇆ try on; ⇆ be convenient |