Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord overdragen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(afdragen; afgeven; overbrengen; overgeven; doorgeven) | ; hand over ; ; ; ; | |
; ; put up with ; ; carry away ; | ||
(voeren; voorhebben) | ; | |
🔗 Kun je lopen of moet ik je dragen? | ||
(ondersteunen; schoren; schragen; steunen) | ; | |
(aanhebben) | ||
🔗 Waarom draagt u dan handschoenen? | ||
; | ||
🔗 Ik draag je naar bed. | ||
🔗 Ze gaan een eigen leven leiden en moeten zelf de gevolgen dragen van hun daden. | ||
(bij zich hebben) | ; | |
🔗 Ik draag geen horloge. | ||
handover ; transmission ; | ||
(verplaatsing) | conveyance | |
(endossant) | endorser ; transferer |
Nederlands | Engels |
---|---|
overdragen | ⇆ assign; ⇆ carry over; ⇆ collate; ⇆ consign; ⇆ convey; ⇆ deed; ⇆ defer; ⇆ delegate; ⇆ demise; ⇆ depute; ⇆ devolve; ⇆ hand over; ⇆ make over; ⇆ release; ⇆ transfer; ⇆ transmit; ⇆ turn over |
overdragen op | ⇆ transmit to |
dragen | ⇆ abide; ⇆ bear; ⇆ bearing; ⇆ carry; ⇆ convey; ⇆ discharge; ⇆ poise; ⇆ range; ⇆ tote; ⇆ waft; ⇆ wear; ⇆ suffer; ⇆ support; ⇆ sustain |
overdraagbaar | ⇆ communicable; ⇆ transferable; ⇆ transmissible; ⇆ transmittable |
overdracht | ⇆ abalienation; ⇆ assignation; ⇆ assignment; ⇆ consignment; ⇆ conveyance; ⇆ conveyancing; ⇆ delegation; ⇆ demise; ⇆ devolution; ⇆ handover; ⇆ release; ⇆ transfer; ⇆ transference; ⇆ transmission; ⇆ transmittal |
overdrager | ⇆ transferor |