Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord passieweek

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(lijdensgeschiedenis)
passion
(hartstocht; gepassioneerdheid)
passion
🔗 Deelt u dan ten minste wel zijn passie voor gokken?
(mals; murw; zacht)
🔗 Of ben ik toch te week geweest?
🔗 Maar dat kon je niet elke week volhouden.
🔗 Een week na dit gesprek werd hij werkelijk ziek.

NederlandsEngels
passieweek Holy Week; Passion Week
passie passion; mania; craze
week flabby; namby‐pamby; week; soft; squashy