Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord samen met

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Hij ging weg en ik was alleen samen met Lander in de kamer.
(in gezelschap van)
🔗 Maar veel moslims vinden christenen onrein en daarom willen ze niet samen met hen in een dorp of wijk wonen.
(tezamen)
jointly
;
🔗 Die mensen doen werkelijk alles samen.
(aaneen; bijeen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk)
🔗 Wie had Charles en Allen ooit samen gezien?

NederlandsEngels
samen met along with; in company with; in concert with; in tandem with
samen together; in tandem