Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord schuldenlast
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
; ; ; | ||
(hinder; overlast; storing) | trouble ; ; | |
🔗 Ik heb er geen last van. | ||
; ; guilt | ||
🔗 Dat is mijn schuld. | ||
🔗 Het aantal huishoudens met schulden is vorig jaar fors gestegen. | ||
🔗 Stephens was niet geïnteresseerd in schulden. |
Nederlands | Engels |
---|---|
schuldenlast | ⇆ debt |
last | ⇆ annoyance; ⇆ bother; ⇆ burden; ⇆ charge; ⇆ commission; ⇆ encumbrance; ⇆ fardel; ⇆ headache; ⇆ injunction; ⇆ last; ⇆ load; ⇆ nuisance; ⇆ onus; ⇆ order; ⇆ pack; ⇆ pest; ⇆ trouble; ⇆ weight; ⇆ tax; ⇆ cargo; ⇆ command |
schuld | ⇆ blame; ⇆ buck; ⇆ charge; ⇆ debt; ⇆ dues; ⇆ fault; ⇆ guilt; ⇆ indebtedness; ⇆ trespass |