Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord trip

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
trip
(toer; uitstapje)
trip
(reis; toer)
(huppelen)
salteti
🔗 Een koolmees tripte, slechts enkele meters van zijn hand, over de omheining.

NederlandsEngels
trip patten; trip
trippen trip