Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitdeler

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
uitdeler
carrier
(ronddelen; uitreiken; verdelen);
distribute
;
give out
🔗 Dan delen ze de whisky uit.

NederlandsEngels
uitdeler dispenser; distributor
uitdelen deal; deal out; dish out; dispense; distribute; dole out; give out; hand out; parcel; parcel out; portion; present; serve out; share out; measure out; mete out