Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitkrijgen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(uittrekken); ; ;
put down
;
read out
finlegi
(verkrijgen; op de kop tikken; in bezit krijgen)
(bekomen; genieten; ontvangen); ; ;
🔗 Maar hij kreeg geen antwoord.
(bekomen)
(inhalen)
(oplopen)
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.

NederlandsEngels
uitkrijgen get off; get through
krijgen acquire; catch hold of; come at; come by; come down with; come in for; derive; develop; draw; elicit; gain; get; get hold of; get out; grab hold of; have; lay hold of; meet with; obtain; pick up; procure; receipt; receive; seize hold of; take hold of; send forth; send out; sustain; take; catch; have coming; put forth
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in