Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitnodigen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(inviteren; noden; vragen)
🔗 Ik wilde u uitnodigen, bedoel ik.
(invitatie);
🔗 Ik heb een uitnodiging om een lezing te houden.

NederlandsEngels
uitnodigen ask; beckon; invite
nodigen invite
uitnodigend inviting; invitingly
uitnodiging invitation; invite; invitation card