Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitwedstrijd

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.
(concours; match)
competition
;
contest
🔗 Ik zal u volgen als onze wedstrijd is afgelopen.

NederlandsEngels
uitwedstrijd away game; away match
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in
wedstrijd bout; competition; contest; event; game; match; meet; meeting; race