Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord vaak hebben
| Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
| (dikwijls; menigmaal; veel; veelal; veelvuldig; frequent) | frequently ; ; oftentimes | |
🔗 Als kind zwom ik hier vaak. | ||
🔗 De knecht had de vaak nog in de ogen, en uit zijn slordig aangeschoten kamerjas stak het ochtendblad. | ||
| Nederlands | Engels |
|---|---|
| vaak hebben | ⇆ be sleepy |
| vaak | ⇆ frequently; ⇆ oft; ⇆ often; ⇆ oftentimes; ⇆ ofttimes; ⇆ sleepiness |