Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord vakantieganger

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Duizenden vakantiegangers zijn al sinds afgelopen vrijdag gestrand.
(verlof);
🔗 Heer Bommel had vakantie nodig.

NederlandsEngels
vakantieganger holiday‐maker; vacationer
vakantie holiday; holidays; hols; vacation; vac