Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord verblijf

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(oponthoud);
🔗 We willen uw verblijf zo aangenaam mogelijk maken.
(resideren)
linger
; ; ; ;
restadi
🔗 De oude Yara houdt verblijf in de bovenste vertrekken.
(buiten; buitenplaats)
country house
(buiten; buitenhuis; villa)
(logies)
accommodation for the night
🔗 Zonder een woord te zeggen, liepen zij naar het nachtverblijf terug.
residence permit
🔗 Hij beschikte niet eens over de verblijfsvergunning die hij als buitenlander nodig had.
(blijven; rusten; toeven; zich ophouden); ;

NederlandsEngels
verblijf abode; bower; continuance; hang‐out; home; nest; place; quarters; residence; sojourn; stay
verblijf houden reside
buitenverblijf country house; country‐seat
gastenverblijf guest‐house
nachtverblijf accommodation for the night; night‐quarters
verblijfkosten hotel expenses; lodging expenses
verblijfplaats abode; billet; habitat; haunt; residence; whereabouts; place of abode
verblijfsvergunning residence permit
verblijven abide; bide; dwell; quarters; remain; sojourn; stay; sit