Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord verbreden
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(wijder maken; breder maken; zich verwijden) | broaden ; widen | plilarĝigi |
(wijder worden; breder worden) | expand | |
🔗 Terwijl ik verbijsterd toekeek, verbreedde de scheur zich snel. | ||
🔗 Zo te voelen was de richel ongeveer vijftien centimeter breed. | ||
(wijd) | ; | |
🔗 De tunnel werd breder. | ||
(ruim) | ; broadly | larĝe |
🔗 Hij grijnsde breed en stak zijn rechterhand uit. | ||
verbreding | expansion |
Nederlands | Engels |
---|---|
verbreden | ⇆ broaden; ⇆ widen |
zich verbreden | ⇆ broaden; ⇆ widen; ⇆ broaden out |
breed | ⇆ ample; ⇆ amply; ⇆ beamy; ⇆ broad; ⇆ broad in the beam; ⇆ large; ⇆ wide; ⇆ square‐built |
verbreding | ⇆ widening; ⇆ broadening |