Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord verkleinwoord

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
verkleinwoord
diminutive
(minderen)
diminish
(kleiner maken)
make smaller
🔗 Dat risico moeten we nemen, maar we kunnen het verkleinen door zoveel mogelijk nachtvluchten te maken.
🔗 Elk woord is hier te veel.
🔗 Je hebt het woord „moordenaar” gebruikt.
🔗 Het woord is aan de markies de Cantecler.
🔗 En u moet nu maar erg op uw woorden passen!
🔗 De drager van deze ring moet zich altijd aan zijn woord houden, zie je?

NederlandsEngels
verkleinwoord diminutive
verkleinen belittle; deplete; detract from; diminish; disparage; extenuate; lessen; miniaturize; minish; reduce; scale down; whittle away; make smaller; minimize
woord parole; word; vocable