Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord vioolbouwer

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(bouwvakker)
🔗 Reeds de volgende dag had hij de bouwer te pakken waar de twee cilinders en de brander gestolen waren.
viool
(viooltje)

NederlandsEngels
vioolbouwer violin maker
bouwer architect; builder; constructor; fabricator
viool fiddle; violin; pansy; viola; violet