Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord voertaal
| Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
| ; | ||
🔗 Welke taal spreken ze? | ||
🔗 O, dat is de taal van zakenlieden onder elkaar. | ||
| (brengen; geleiden; leiden) | ; ; | |
🔗 Waar bestaat die queeste uit die u zo ver voert? | ||
| (spijzigen; te eten geven; voederen) | manĝigi | |
| (dragen) | ; | |
🔗 Het bleek dat er een groot aantal vissersboten voor anker lag, die alle een klein lichtje voerden. | ||
subŝtofi | ||
| (overbrengen; transporteren; vervoeren) | transport ; | |
| (houden; vasthouden; huldigen) | ||
🔗 De Saint voerde nog een telefoongesprek, genoot van een goede lunch en reed dan naar de stad. | ||
| Nederlands | Engels |
|---|---|
| voertaal | ⇆ lingua franca; ⇆ medium of instruction; ⇆ vehicle |
| taal | ⇆ language; ⇆ parlance; ⇆ speech; ⇆ tongue; ⇆ vernacular language; ⇆ vernacular |
| voeren | ⇆ carry; ⇆ carry on; ⇆ conduct; ⇆ feed; ⇆ feeding; ⇆ fly; ⇆ fodder; ⇆ hold; ⇆ lead; ⇆ line; ⇆ make; ⇆ prime; ⇆ priming; ⇆ waft; ⇆ wield; ⇆ take; ⇆ convey; ⇆ bring; ⇆ bear |