Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord vol doen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bevredigen; tevreden stellen; tevredenstellen) | ; content ; gratify | |
(toereiken; toereikend zijn; voldoende zijn; volstaan) | ; | |
🔗 Volgens Venizélos heeft Griekenland al voldaan aan alle eisen voor de goedkeuring van de hulp. | ||
(betalen) | ||
🔗 In dat geval zal ik mijn rekening nu voldoen met dit bosje stro. | ||
(bevredigen) | satisfy ; | |
(handelen; optreden; te werk gaan; handelen) | ||
(laten; maken) | ||
🔗 Een nieuw geluid deed hem opschrikken. | ||
(plaatsen; steken; stoppen; zetten) | ||
🔗 Die gaf zijn gevangenen nog goed te eten, al deed hij wat veel knoflook in de soep. | ||
(indienen; optreden; spelen; voorstellen; brengen) | ; ; ; ; ; reenact ; ; represent ; constitute ; ; ; serve up | |
🔗 Nu zal ik jullie een voorstel doen. | ||
(maken) | making ; manifacture ; ; formation ; | |
; ; make clean ; purge ; ; | ||
🔗 Ze ging zitten voor een enorme toilettafel en begon haar haar te doen. | ||
(begaan; maken; uithalen; uitrichten; verrichten; uitvoeren) | ; | |
🔗 Wat nu te doen? | ||
; | ||
🔗 Hij deed alsof hij steeds dover werd en binnen de kortste keren hadden ze geen gesprekken meer. | ||
(toebrengen; aandoen; stellen; afsluiten; sluiten) | ; | |
🔗 Wil jij mij de eer doen om met me te trouwen? | ||
🔗 We moeten niet praten, maar doen. | ||
(nemen) | ||
🔗 Marino moet zijn plicht doen en de waarheid vertellen. | ||
🔗 Met haar volle wangen en gave huid is Erwiana bijna onherkenbaar. | ||
🔗 Staat de Bijbel vol met fouten? | ||
(gevuld; volledig) | ||
🔗 Majoor Smythe sprak hier de volle waarheid. | ||
🔗 Een volle maag heeft de vorm van een omgekeerde peer: breed van boven en smal van onder. | ||
(verzadigd) | ; replete | |
(heel) | ; overall ; ; integral ; ; outright ; thorough | |
🔗 En als ik de volle waarheid vertel? | ||
(heel; volledig; voltallig) | ||
(ingenomenheid; tevredenheid; vergenoegdheid) | ||
🔗 Um‐Foad telde de inhoud met voldoening. | ||
Nederlands | Engels |
---|---|
voldoen | ⇆ content; ⇆ discharge; ⇆ do; ⇆ fill the bill; ⇆ fulfil; ⇆ give satisfaction; ⇆ give satisfaction to; ⇆ gratify; ⇆ make good; ⇆ pay; ⇆ please; ⇆ satisfy; ⇆ suffice |
vol doen | ⇆ fill up |
voldoen aan | ⇆ accede to; ⇆ answer; ⇆ cope with; ⇆ follow out; ⇆ measure up to; ⇆ meet; ⇆ satisfy; ⇆ obey; ⇆ comply with; ⇆ fulfil |
doen | ⇆ command; ⇆ conduct; ⇆ do; ⇆ give; ⇆ make; ⇆ put; ⇆ sound; ⇆ transact; ⇆ send; ⇆ take; ⇆ work; ⇆ be worth; ⇆ be; ⇆ fetch; ⇆ act; ⇆ doings |
vol | ⇆ at her full; ⇆ at the full; ⇆ crowded; ⇆ even; ⇆ flush; ⇆ fraught; ⇆ fraught with; ⇆ full; ⇆ german; ⇆ instinct with; ⇆ pregnant with; ⇆ replete; ⇆ rich; ⇆ riddled; ⇆ rotund; ⇆ thick; ⇆ full up; ⇆ full of; ⇆ filled with; ⇆ packed with |
voldoending | ⇆ satisfaction; ⇆ settlement; ⇆ payment; ⇆ atonement |
voldoening | ⇆ acquittance; ⇆ complacence; ⇆ complacency; ⇆ content; ⇆ gratification; ⇆ satisfaction |