Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord vrouwenhaar
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
tuft of hair ; villus | ||
(heur) | ||
🔗 Haar gezicht stond ernstig. | ||
🔗 Het was voor de andere kooplieden om zich de haren uit het hoofd te trekken. | ||
🔗 Uw haar is nu heel kort. | ||
(haren) | ||
🔗 Haar haren waren dof en vuil geworden en lagen verward over haar gezicht en schouders. | ||
(hun) | ||
(echtgenote; gemalin) | ; spouse | |
🔗 Dit is mijn vrouw. | ||
vrouw (wijfje; vrouwtje) | ||
(vrouwmens; vrouwspersoon; wijf) | ; female | |
🔗 Het was een vrouw die me dit gaf. | ||
(dame; koningin) | ||
(mevrouw; dame) |
Nederlands | Engels |
---|---|
vrouwenhaar | ⇆ maidenhair; ⇆ maidenhair fern; ⇆ woman’s hair |
haar | ⇆ hair; ⇆ her; ⇆ its; ⇆ nap; ⇆ their |
vrouw | ⇆ female; ⇆ missus; ⇆ lady; ⇆ quean; ⇆ queen; ⇆ wife; ⇆ woman; ⇆ spouse; ⇆ Mrs. |