Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord weekend

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(weekeinde)
🔗 O juffrouw Wiersma, ik heb zo’n zwaar weekend gehad.
overnight bag
tranokta sako
🔗 Dat moest haast wel, want hij had zijn weekendtas nog bij zich.

NederlandsEngels
weekend week‐end
weekendtas overnight bag