Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord weekloon
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(beloning; vergelding) | ; recompense | |
🔗 En hij was niet boos over het feit dat een ander zich het loon toeëigende dat hem toekwam. | ||
(bezoldiging; gage; salaris; traktement; verdienste) | ; ; wages ; | |
🔗 Puiras nam zijn loon aan en ging zijns weegs. | ||
(mals; murw; zacht) | ||
🔗 Of ben ik toch te week geweest? | ||
🔗 Maar dat kon je niet elke week volhouden. | ||
🔗 Een week na dit gesprek werd hij werkelijk ziek. |
Nederlands | Engels |
---|---|
loon | ⇆ earnings; ⇆ hire; ⇆ meed; ⇆ pay; ⇆ payment; ⇆ recompense; ⇆ reward; ⇆ salary; ⇆ screw; ⇆ wage; ⇆ wages |
week | ⇆ flabby; ⇆ namby‐pamby; ⇆ week; ⇆ soft; ⇆ squashy |
Het woord weekloon kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.