Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord wezen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(zijn)
🔗 Hoe oud waart ge toen?
(zijn)
(essence; essentie; kern)
essence
🔗 Het wezen deed een stap naar voren.
(zijn; zitten)
🔗 Welnu, het zij zo.
(zijn)
🔗 Hoe zou het geweest zijn als ik een dochter had gehad in plaats van een zoon?
(wezenlijk)
esence
🔗 Deze gedachte is in wezen een religieuze.
banking
🔗 Het type computer dat voor het bankwezen gebruikt wordt, is ongeveer gelijk aan dat voor de effectenhandel.
🔗 De drie auteurs zijn deskundig binnen het toneelwezen.
transportwezen
(overbrenging; transporteren)
transport
;
transportation
vliegwezen
(luchtvaart)
(weeskind)
🔗 Hij verongelukte en het meisje bleef als wees zonder een cent achter.
(essentieel; intrinsiek);
intrinsic
;
substantial
🔗 Het maakte een wezenlijk deel uit van hun religie.
(essentieel; in wezen; substantieel; intrinsiek)
esence
(echt; in werkelijkheid; werkelijk; daadwerkelijk)
(daadwerkelijk; echt; reëel; werkelijk)
(uitdrukkingsloos);
spiritforesta
apatie
🔗 De man keek hem wezenloos aan.
senesprime
(aanduiden; aangeven; aanwijzen; beduiden; uitduiden; wijzen op)
indicate
;
point out
🔗 Wie heeft jullie de grot gewezen?

NederlandsEngels
wezen animal; be; be‐all; being; entity; essence; essentiality; essentialness; existence; nature; substance
als het ware as it were; sort of
in wezen essentially; in essence; substantially; in substance
tot het wezen van de zaak doordringen go to the root of the matter; get at the root of the matter
bankwezen banking; banking business
fantasiewezen fantasy creature
geldwezen finance
gevangeniswezen prison system
gildewezen system of guilds
loodswezen pilotage
politiewezen police
postwezen post‐office
schoolwezen public education
toneelwezen histrionism
transportwezen transportation; transport
vervoerwezen transport
vliegwezen flying; aviation
wees orphan
wegwezen beetle off; cheese it; scram
wezenlijk actually; constitutive; elemental; essential; essentially; in essence; intrinsic; intrinsical; material; materially; positive; quintessential; real; substantial; substantially; substantive
wezenloos blank; blankly; vacant; vacantly; vacuous
wezensverandering transubstantiation
wijzen indicate; point; point out; show