Synoniemen: dementeren, tegenspreken
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ɔntˈkɛnə(n)/ |
---|
Afbreking | ont·ken·nen |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) ontken | (ik) ontkende |
(jij) ontkent | (jij) ontkende |
(hij) ontkent | (hij) ontkende |
(wij) ontkennen | (wij) ontkenden |
(gij) ontkent | (gij) ontkendet |
(zij) ontkennen | (zij) ontkenden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) ontkenne | (dat ik) ontkende |
(dat jij) ontkenne | (dat jij) ontkende |
(dat hij) ontkenne | (dat hij) ontkende |
(dat wij) ontkennen | (dat wij) ontkenden |
(dat gij) ontkennet | (dat gij) ontkendet |
(dat zij) ontkennen | (dat zij) ontkenden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
ontken | ontkent |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
ontkennend, ontkennende | (hebben) ontkend |