Synoniemen: aantasten, bijten, uitbijten, uitvreten, wegvreten
Woordsoort | werkwoord |
---|---|
Uitspraak | /kɔroˈderə(n)/ |
Afbreking | cor·ro·de·ren |
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(hij) corrodeert | (hij) corrodeerde |
(zij) corroderen | (zij) corrodeerden |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat hij) corrodere | (dat hij) corrodeerde |
(dat zij) corroderen | (dat zij) corrodeerden |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
corroderend, corroderende | (hebben) gecorrodeerd |