Informatie over het woord stukbijten (Nederlands → Esperanto: mordrompi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bijt stuk(ik) beet stuk
(jij) bijt stuk(jij) beet stuk
(hij) bijt stuk(hij) beet stuk
(wij) bijten stuk(wij) beten stuk
(gij) bijt stuk(gij) beet stuk
(zij) bijten stuk(zij) beten stuk
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) stukbijte(dat ik) stukbete
(dat jij) stukbijte(dat jij) stukbete
(dat hij) stukbijte(dat hij) stukbete
(dat wij) stukbijten(dat wij) stukbeten
(dat gij) stukbijtet(dat gij) stukbetet
(dat zij) stukbijten(dat zij) stukbeten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bijt stukbijt stuk
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
stukbijtend, stukbijtende(hebben) stukgebeten

Vertalingen

Esperantomordrompi