Engels | Nederlands |
---|
buy | aankopen; aanschaffen; aanvaarden; afnemen; geloven; inkopen; koop; koopje; kopen; omkopen; overnemen; pikken; zich aanschaffen |
buy a pig in a poke | een kat in de zak kopen |
buy back | terugkopen |
buy in | inkopen; terugkopen |
buy off | afkopen; loskopen; uitkopen; vrijkopen |
buy on credit | borgen; op rekening kopen |
buy oneself into | zich inkopen in |
buy on the hire‐purchase system | op afbetaling kopen |
buy on the instalment plan | op afbetaling kopen |
buy on the instalment system | op afbetaling kopen |
buy on the never‐never | op afbetaling kopen |
buy out | uitkopen |
buy over | omkopen |
buy up | opkopen |
good buy | koopje |
money cannot buy it | het is met geen geld te betalen |
panic buying | hamsteren |