Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord draw
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
![]() werkwoord | ![]() werkwoord ![]() werkwoord | ![]() werkwoord |
![]() werkwoord | ![]() werkwoord | ![]() werkwoord |
![]() werkwoord (contour; delineate; outline) | ![]() werkwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() werkwoord (pull) | ![]() werkwoord ![]() werkwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() werkwoord | ![]() werkwoord ![]() werkwoord ![]() werkwoord | ![]() werkwoord |
![]() zelfstandig naamwoord (equality; parity) | ![]() zelfstandig naamwoord ![]() zelfstandig naamwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() werkwoord (design) | ![]() werkwoord ![]() werkwoord ![]() werkwoord ![]() werkwoord ![]() werkwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() werkwoord (draw a line; make a stroke; streak) | ![]() werkwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() werkwoord (drag; pull) | ![]() werkwoord ![]() werkwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() werkwoord | ![]() werkwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() werkwoord (attract) | ![]() werkwoord ![]() werkwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() werkwoord | ![]() werkwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord ![]() zelfstandig naamwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() werkwoord (make a draught) | ![]() werkwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() werkwoord | ![]() werkwoord ![]() werkwoord | ![]() werkwoord |
![]() werkwoord | ![]() werkwoord | ![]() werkwoord |
![]() werkwoord | ![]() werkwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() werkwoord | attenderen op; ![]() werkwoord | ![]() werkwoord |
![]() werkwoord | ![]() werkwoord | ![]() werkwoord |
![]() werkwoord | ![]() werkwoord ![]() werkwoord ![]() werkwoord ![]() werkwoord ![]() onbekende woordsoort | ![]() werkwoord |
![]() werkwoord (brail; brail up; clew up; haul up) | ![]() werkwoord ![]() werkwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() werkwoord | ![]() werkwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() werkwoord | ![]() werkwoord ![]() werkwoord | ![]() werkwoord |
![]() werkwoord (tighten) | ![]() werkwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() werkwoord | ![]() werkwoord | ![]() werkwoord |
![]() werkwoord | ![]() werkwoord | ![]() werkwoord |
![]() werkwoord | ![]() werkwoord ![]() werkwoord ![]() werkwoord | ![]() werkwoord |
![]() werkwoord (sit down to table) | ![]() werkwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() zelfstandig naamwoord (connecting‐rod; drag‐link; pull‐rod) | ![]() zelfstandig naamwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() zelfstandig naamwoord (bascule bridge) | ![]() zelfstandig naamwoord ![]() zelfstandig naamwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord ![]() zelfstandig naamwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord ![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord | ![]() onbekende woordsoort |
Engels | Nederlands |
---|---|
draw | aan het praten krijgen; aanlokken; aantrekken; aftappen; aftekenen; afvissen; attractie; behalen; beschrijven; de revolver trekken; dichttrekken; gaan; gelijkspel; gelijkspelen; halen; in ontvangst nemen; krijgen; laten trekken; lokken; loten; loterij; loting; maken; match nul spelen; meeslepen; natekenen; onbesliste wedstrijd; onbeslist laten; opentrekken; opnemen; optrekken; puren; putten; reclameartikel; rekken; rekruteren; remise; schijf; schoonmaken; schuiven; slepen; spannen; staan te trekken; steken; succesnummer; successtuk; tappen; tekenen; toeschuiven; trek; trekken; trekkerij; trekking; trekpleister; uithalen; uithoren; uitloten; uitrekken; uittekenen; uittrekken; uit zijn tent lokken; verloting; voorttrekken; wegtrekken |
draw a bead on | op de korrel nemen |
draw a bill | een wissel trekken |
draw a bill on | een wissel afgeven op; een wissel trekken op |
draw a blank | bot vangen; een niet trekken |
draw a conclusion | een gevolgtrekking maken |
draw a full house | veel publiek trekken |
draw a lesson from | een les trekken uit |
draw a prize | een prijs trekken |
draw a red herring across the trail | van het spoor trachten af te brengen |
draw a sigh | een zuch slaken |
draw a tooth | een tand trekken |
draw attention to | attenderen op; de aandacht vestigen op |
draw away | aftrekken; wegtrekken; zich verwijderen |
draw back | opentrekken; terugtrekken; zich terugtrekken |
draw bit | inhouden; stilhouden |
draw breath | ademhalen |
draw bridle | inhouden; stilhouden |
draw closer | dichterbij komen; toehalen |
draw down | neertrekken |
draw … from | … aftrekken van |
draw from | halen uit; krijgen uit; ontlenen aan; ontlokken; opdoen uit; putten uit; rekruteren uit; trekken uit; verkrijgen uit; verkrijgen van |
draw from life | naar het leven tekenen |
draw from nature | tekenen naar de natuur |
draw from the life | naar het leven tekenen |
draw in | aanhalen; afnemen; binnenkomen; inademen; intrekken; korten; vallen |
draw in outline | een ruwe schets geven van |
draw into | betrekken in |
draw it from somebody | het uit iemand krijgen |
draw it mild | niet overdrijven |
draw it strong | opsnijden |
draw lots | lootjes trekken; loten |
draw near | bijtrekken; naderen; naken |
draw near to | naderen |
drawn from all ranks of society | gekomen uit alle lagen van de maatschappij |
drawn from life | naar het leven getekend; uit het leven gegrepen |
draw nigh | naderen |
draw off | afleiden; aftappen; aftrekken; afzuigen |
draw … of water | een diepgang hebben van … |
draw on | aantrekken; een wissel afgeven op; naderen; trekken aan; trekken op; voorttrekken; vorderen |
draw oneself up | zich in postuur stellen; zich in postuur zetten; zich oprichten |
draw out | aan de praat krijgen; lang aanhouden; langer maken; lengen; ontlokken; opmaken; opstellen; opvragen; rekken; uithalen; uithoren; uitloten; uitschrijven; uitschuiven; uittrekken; voortzetten |
draw round the table | zich om de tafel scharen |
draw somebody aside | iemand opzij trekken; iemand ter zijde nemen |
draw somebody from a course | iemand afbrengen van een handelwijze |
draw somebody out | iemand uit zijn tent lokken |
draw somebody’s attention to | iemand attent maken op; iemand opmerkzaam maken op |
draw straws | strootje trekken |
draw stumps | stoppen met spelen |
draw the line | een grens trekken |
draw the longbow | met spek schieten; overdríjven |
draw tighter | aantrekken; toehalen |
draw to a close | op zijn eind lopen; ten einde lopen |
draw to an end | op zijn eind lopen; ten einde lopen |
draw together | bij elkaar komen; samenbrengen; samentrekken; tot elkaar komen |
draw to scale | op schaal tekenen |
draw up | bijschuiven; ontwerpen; ophalen; opmaken; opstellen; optrekken; redigeren; scharen; stilhouden; tot staan brengen; tot staan komen; vaststellen; verlijden; zich in gelid opstellen; zich opstellen |
draw up a report on | een verslag opmaken van |
draw upon | aanspreken; gebruik maken van; putten uit; trekken op |
draw up round | zich schikken om |
draw up to the table | aanschikken; aanschuiven |
draw up with | inhalen |
draw wire | draad trekken |
end in a draw | gelijk eindigen; kamp blijven; onbeslist blijven; onbeslist eindigen |
feel drawn to | zich aangetrokken voelen tot |
feel drawn towards | zich aangetrokken voelen tot |
it’s the draw of the luck | het is een kwestie van geluk hebben; het is stom toeval |
it’s the luck of the draw | het is een kwestie van geluk hebben |
lottery draw | loterijtrekking |
draw‐bar | trekstang |
drawbridge | ophaalbrug; valbrug |
drawee | betrokkene; trassaat |
drawer | aftapper; la; lade; schuif; schuifla; schuiflade; tapper; tekenaar; trassaat; trekker |
drawing | lozing; opneming; schijf; tekenen; tekening; tekenkunst; tekenwerk; trekken; trekking; uitloting |
draw‐leaf | uittrekblad |
drawn | betrokken; getapt; getekend; getrokken; onbeslist; opgetrokken; pips; uitgeloot; uitgetrokken; vertrokken |
draw‐net | sleepnet |
draw‐sheet | spanlaken |
draw‐well | waterput |
fine‐draw | mazen; onzichtbaar stoppen |
overdraw | chargeren; overdisponeren; overtrékken; rood komen te staan |
re‐draw | óvertekenen |
wire‐drawer | draadtrekker |