Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord lead
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bring; channel; conduct; drive; guide; show; wage; usher) | ; ; ; | |
(leaden) | ||
(conduct; direct; drive; guide; head; show the way) | ; | |
(charge; leadership) | ||
(conduct; direct; drive; guide; head; manage; refer; steer; address) | ; | |
(head; precede) | ||
(get) | ||
(precede) | ; | |
(run) | ||
lead astray (decoy; seduce) | forlogi | |
lead away (abduce; divert; take away) | ; | forkonduki |
lead in | piloti en la havenon | |
lead poisoner (leaden entoloma; livid agaric; livid entoloma; livid pinkgill) | plumba entolomo | |
lead to (bring about; cause; result in; turn out) | ten gevolge hebben ; ; ; ; ; | |
red lead (minium) | ||
take the lead | preni la gvidadon | |
(lead) | ||
(boss; chief; governor; head; master; prefect) | ||
(conductor) | ||
(conductor; director; manager; marshal) | ||
(boss; chief; headman; head) | ; ; | |
(coryphaeus; eminent) | ; ; uitblinker | |
; | ||
leading | ; toonaangevend ; toongevend | direktanta |
leading | ||
lead‐line (sounding‐line; plumb‐line) | ||
mislead (fool) | ||
mislead (bamboozle; cheat; con; deceive; delude; fool; trick; beguile; dupe) | ; | |
(lead) |
Engels | Nederlands |
---|---|
lead | aan de kop liggen; aanvoeren; aanwijzing; bovenaan staan; brengen; de leiding hebben; dieplood; ererste; geleiden; hoofdartikel; hoofdrol; in lood vatten; interlinie; interliniëren; invite; koppositie; leiden; leiding; leiding geven aan; lijn; loden; lood; met lood bedekken; met lood verzwaren; nummer één staan; openingsartikel; op kop liggen; opspelen; peillood; plombe; plomberen; riem; uitkomen; uitmonden; vingerwijzing; voedingsdraad; voeren; voorbeeld; voorblijven; voorhand; voorijlen; voorijlen op; voornaamste; vooropgaan; vooroplopen; voorsprong; voorstaan; voorste; witlijn; zegellood |
be easily lead | gemakkelijk te beïnvloeden zijn |
be in the lead | koploper zijn; leiden |
black lead | grafiet; kachelglans; kachelpoets; potlood |
deep‐sea lead | dieplood |
follow my lead | speel door in dezelfde kleur |
follow somebody’s lead | iemands voorbeeld volgen |
gain a lead over | een voorsprong krijgen op |
get a lead | een voorsprong krijgen |
in the lead | aan de kop; vooraan |
it is my lead | ik moet uitkomen |
juvenile lead | jeune premier |
lead about | rondleiden |
lead astray | op de verkeerde weg brengen; op een dwaalspoor brengen; op een dwaalspoor zetten; verleiden |
lead away | wegleiden; wegvoeren |
lead by the hand | aan de hand leiden; bij de hand leiden |
lead by the nose | bij de neus nemen |
lead down | afleiden |
lead glance | loodglans |
lead in | uitmonden in |
lead in prayer | in het gebed voorgaan; voorbidden |
lead into | uitmonden in |
lead off | beginnen; voorgaan |
lead off the ball | het bal openen |
lead on | aanvoeren; meeslepen; vooropgaan |
lead over | voorsprong op |
lead poisoner | giftige satijnzwam |
lead somebody astray | iemand van het rechte pad afbrengen |
lead somebody on | iemand iets wijsmaken; iemand verleiden tot iets |
lead somebody up the garden‐path | iemand het bos in sturen; iemand iets wijsmaken; iemand inpakken; iemand om de tuin leiden |
lead story | hoofdartikel |
lead the way | voorgaan; voorlopen; vooropgaan; vooroplopen |
lead time | doorlooptijd; productietijd |
lead to | aanleiding geven tot |
lead up to | aansturen op; leiden tot; voeren tot |
lead with | openen met; voorstaan met |
red lead | menie |
regain the lead | weer aan slag komen |
swing the lead | de lijn trekken; lijntrekken |
take the lead | de kop nemen; de leiding nemen; de leiding op zich nemen; het voortouw nemen; uitlopen |
that leads nowhere | dat leidt tot niets |
that leads to nothing | dat leidt tot niets |
the leads | het plat |
white lead | loodwit |
leadable | gezeglijk |
lead‐colour | loodkleur |
lead‐coloured | loodkleurig |
leaded | gelood; glas‐in‐lood‐ |
leaden | deprimerend; loden; loodkleurig; loodzwaar |
leader | aanvoerder; concertmeester; dirigent; eerste violist; geleider; gids; hoofd; hoofdartikel; kopman; leider; leidsman; leidster; leidsvrouw; orkestmeester; voorman; voorpaard; voorspan |
lead‐foil | bladlood |
lead‐free | loodvrij |
leading | eerst; eerste; geleiding; hoofd‐; leidend; lood; toonaangevend; toongevend; vooraanstaand; voornaamste; voorste |
lead‐line | loodlijn |
lead‐mine | loodmijn |
lead‐ore | looderts |
lead‐pencil | potlood |
lead‐poisoning | loodvergiftiging |
leads | plat; platje |
leady | loodachtig |
mislead | bedriegen; misleiden; om de tuin leiden; op een dwaalspoor brengen |
pencil‐lead | stift |
sounding‐lead | dieplood; lood; peillood |