Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord mean
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(average) | ||
(average; centre; middle; midst) | ||
(denote; imply; represent; signify; stand for) | ; | |
(average) | meznombra | |
(intend; plan; propose; plan on) | ; | |
(average; medium; middle; mid) | ; ; ; midden‐ | |
(base; depraved; ignoble; low; lowlife; sordid; vile) | ; ; ; schunnig ; | |
(aim; aim at; aim for; target; be after) | ; | |
(avaricious; miserly; stingy; niggardly) | ||
by means of (by; on; through; with; via) | door middel van ; | |
by no means (in no way; not at all; not a whit; on no account; in the least) | neniel | |
(sense) | ; | |
; | ||
meanness (villainy) | ||
(agent; gadget; implement; instrument; tool; utensil; medium) | ||
(agency; avenue; expedience; expedient; recourse; remedy; resource; way) | ||
(expediency) | rimedoj | |
(all the while) | ; ; ; | |
(at the same time; contemporaneously; simultaneously) | ; ; ; ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
mean | aanduiden; bedoelen; beduiden; bestemmen; betekenen; gemeen; gemiddeld; gemiddelde; gering; gierig; in de zin hebben; krenterig; kwaadaardig; laag; laaghartig; menen; middel‐; middelevenredige; middelmaat; middenweg; min; minderwaardig; onedel; schriel; schunnig; vals; van plan zijn |
by all means | met alle geweld; per se; stellig; toch vooral; vooral; zeker |
by fair means or foul means | eerlijk of oneerlijk; op eerlijke of oneerlijke wijze |
by means of | door middel van; met gebruikmaking van; middels |
by no manner of means | geenszins; op generlei wijze; volstrekt niet |
by no means | absoluut niet; geenszins; in genen dele; niet in het minst; om de dood niet; om de dooie dood niet; volstrekt niet |
by this means | op deze wijze |
I didn’t mean to do it | ik deed het niet expres |
live beyond one’s means | boven zijn stand leven |
mean by | bedoelen met; verstaan onder |
mean for | bestemmen voor |
mean no harm | geen kwaad in de zin hebben |
means test | inkomenstoets |
mean time | middelbare tijd |
mean to | van gedachte zijn om; van plan zijn; van plan zijn om te |
mean to … | van gedachte zijn om … |
mean well | het goed bedoelen; het goed menen |
mean well by | het goed bedoelen met; het goed menen met |
mean well by somebody | het goed met iemand voorhebben |
mean well to | het goed menen met |
mean well towards | het goed menen met |
no mean feat | gering; niet mis |
not by any means | absoluut niet; geenszins; volstrekt niet |
of means | bemiddeld |
proportional mean | middenevenredige |
that does not mean that | dat wil niet zeggen dat |
that name means nothing to me | die naam zegt me niets |
the golden mean | de gulden middelmaat; de gulden middenweg; het juiste midden |
the happy mean | de gulden middenweg; het juiste midden |
what does it all mean? | wat heeft dat te betekenen? |
meaning | bedoeling; betekenis; mening; portee; veelbetekenend; zin |
meanly | gemeen; krenterig; laag; onedel; schriel |
meanness | gemeenheid; geringheid; gierigheid; krenterigheid; laagheid; schrielheid |
means | geldelijke middelen; geldmiddelen; middel; middelen; raad; vermogen |
mean‐spirited | laaghartig |
meantime | intussen; middelerwijl; ondertussen |
meanwhile | inmiddels; intussen; middelerwijl; onder de hand; onderhand; ondertussen; onderwijl |