Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord say
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(read) | ||
(hey) | zeg | he |
(for example; for instance; e.g.; i.e.) | ||
ni diru | ||
(participation) | kundecidpovo | |
(tell) | ; | |
before you can say Jack Robinson (before you know it; before you could say Jack Robinson; in two shakes; in two shakes of a lamb’s tail; in a brace of shakes; in a jiffy; in a shake; in a twinkling; in the twinkling of an eye; off‐hand) | ||
before you could say Jack Robinson (before you know it; before you can say Jack Robinson; in two shakes; in two shakes of a lamb’s tail; in a brace of shakes; in a jiffy; in a shake; in a twinkling; in the twinkling of an eye; off‐hand) | ||
it goes without saying (naturally; obviously; of course; that goes without saying) | ||
hearsay (fame; kudos; renown; repute; rumour) | ; ; ; ; ; | |
hearsay (rumour) | ; | |
zegging | ||
(adage; maxim; proverb) |
Engels | Nederlands |
---|---|
say! | zeg, hoor eens! |
say | bidden; bijvoorbeeld; inspraak; laten we zeggen; medezeggenschap; opzeggen; pakweg; spreken; zeg; zegge; zeggen; zeggenschap |
as you say! | wat je zegt! |
before you can say Jack Robinson | binnen de kortste keren; in de kortste keren; in een wip |
before you can say knife | binnen de kortste keren; in de kortste keren |
before you could say Jack Robinson | in een wip |
… has a lot to be said for it | er is veel te zeggen voor … |
have a say | inspraak hebben; medezeggenschap hebben; ook iets te zeggen hebben |
have a say in | inspraak hebben bij |
have little to say about | weinig te zeggen hebben op; weinig weten aan te voeren tegen |
have little to say for oneself | weinig te vertellen hebben |
have nothing to say for oneself | met de mond vol tanden staan; met zijn mond vol tanden; met zijn mond vol tanden staan |
have one’s say | zeggen wat je op het hart hebt; zijn zegje doen |
have plenty to say of oneself | niet op zijn mondje gevallen zijn |
have some say | ook iets te zeggen hebben |
have you nothing to say for yourself? | hebt u niets te zeggen tot uw verontschuldiging? |
he will have nothing to say to | hij wil niets te maken hebben met |
if I had any say in the matter | als het aan mij lag |
I’ll say that for him | dat moet ik hem nageven |
I say | hee; toe |
it goes without saying | dat spreekt vanzelf; het behoeft geen betoog; het is vanzelfsprekend; het spreekt vanzelf |
it is early days yet to | het is nog de tijd niet om; het is nog wat vroeg om |
it is safe to say | men kan gerust zeggen |
it says | er staat; er staat geschreven |
it says a lot for | het getuigt van |
it says that | er staat dat |
least said, soonest mended | hoe minder je ervan zegt, hoe beter; spreken is zilver, maar zwijgen is goud; spreken is zilver, zwijgen is goud |
let me have my say | laat mij uitpraten |
let somebody have his say | iemand laten uitspreken |
let somebody say his say | iemand laten uitspreken |
needless to say | het spreekt vanzelf; onnodig te zeggen; ten overvloede |
never say die | geef het nooit op |
no sooner said than done | zo gezegd zo gedaan |
one is safe in saying | men kan gerust zeggen |
say nay | tegenspreken; weigeren |
say on! | zeg op! |
say one’s piece | zijn zegje doen |
say one’s prayers | bidden |
say one’s say | zeggen wat je op het hart hebt; zijn zegje doen |
say one thing and mean another | met twee monden spreken |
say out | hardop zeggen |
say over | voor zichzelf opzeggen |
say the word | zeg het maar |
that is not to say that | dat wil nog niet zeggen dat |
that is to say | dat wil zeggen; ofwel; wel te verstaan |
that’s saying a good deal | dat is veel gezegd; dat wil wat zeggen |
that’s what it says | dat is wat er staat; zo staat het er |
there is nothing to be said against it | daar is niets op af te dingen |
though I say it myself | al zeg ik het zelf |
to say nothing of … | … nog daargelaten |
to say nothing of | nog gezwegen van; om nog maar niet te spreken van; om nog maar te zwijgen van |
to say the least | op zijn minst genomen; op zijn zachtst gezegd; op zijn zachtst uitgedrukt |
what would you say to | als we nou eens |
when all is said and done | per slot van rekening |
you don’t say! | je meent het!; wat u zegt! |
hearsay | geruchten; praatjes |
said | gemeld; genoemde |
saying | gezegde; spreekwijs; spreekwijze; spreekwoord; spreuk; zeggen; zegswijze |
unsay | herroepen |