Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord ontvangen

Nederlands	Esperanto
ontvangen werkwoord	enspezi onbekende woordsoort
ontvangen werkwoord (concipiëren)	koncipi onbekende woordsoort
ontvangen werkwoord (bekomen; genieten; krijgen; oplopen)	ricevi werkwoord
ontvangen werkwoord (aannemen; aanvaarden; ingaan op; in ontvangst nemen; nemen)	akcepti werkwoord
ontvangen werkwoord	ricevi werkwoord
ontvangantenne zelfstandig naamwoord	riceva anteno onbekende woordsoort
ontvangbewijs zelfstandig naamwoord (kwitantie; ontvangstbewijs; reçu)	ricevatesto zelfstandig naamwoord ( akceptkvitanco zelfstandig naamwoord )
ontvanger zelfstandig naamwoord (belastinggaarder; belastinginner)	impostkolektisto zelfstandig naamwoord (impostokolektisto)
ontvanger zelfstandig naamwoord (verzamelaar)	kolektisto onbekende woordsoort
ontvanger zelfstandig naamwoord (ontvangtoestel)	ricevilo onbekende woordsoort
ontvanger zelfstandig naamwoord	ricevanto onbekende woordsoort
ontvangkamer zelfstandig naamwoord	akceptsalono onbekende woordsoort
ontvangsalon zelfstandig naamwoord (ontvangkamer)	akceptsalono onbekende woordsoort
ontvangstation zelfstandig naamwoord	riceva stacio onbekende woordsoort
ontvangtoestel zelfstandig naamwoord	radiofono onbekende woordsoort
ontvangtoestel zelfstandig naamwoord (ontvanger)	ricevilo onbekende woordsoort
ontvangzaal zelfstandig naamwoord (receptiezaal; receptie)	akceptejo zelfstandig naamwoord
ontvankelijk bijvoeglijk naamwoord	akceptinda bijvoeglijk naamwoord
ontvankelijk bijvoeglijk naamwoord (gevoelig; receptief; vatbaar)	impresiĝema onbekende woordsoort
ontvankelijk bijvoeglijk naamwoord (gevoelig; receptief)	impresebla onbekende woordsoort
ontvankelijk bijvoeglijk naamwoord	konsilebla bijvoeglijk naamwoord
terugontvangen werkwoord (terughebben; terugkrijgen; recupereren)	rericevi werkwoord
vangen werkwoord (beetkrijgen; betrappen; opvangen; pakken; vatten)	kapti werkwoord
vangen werkwoord (pakken)	kapti werkwoord