Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord slapen

Nederlands	Esperanto
slapen werkwoord	dormi werkwoord
slapen werkwoord	dormi werkwoord
slapen werkwoord (maffen; pitten)	dormi werkwoord
gaan slapen werkwoord (naar bed gaan)	enlitiĝi werkwoord
gaan slapen onbekende woordsoort (in slaap vallen)	ekdormi werkwoord ( endormiĝi werkwoord )
slapen als een os	dormi ŝtonan dormon
slapen als een roos werkwoord (vast slapen)	dormegi onbekende woordsoort
slapen met werkwoord	sekskuniĝi kun onbekende woordsoort ( veni al werkwoord )
vast slapen	dormi profunde
vast slapen werkwoord (slapen als een roos)	dormegi onbekende woordsoort
zich te slapen leggen werkwoord	kuŝiĝi por dormi onbekende woordsoort
beslapen werkwoord	dormi sur onbekende woordsoort
inslapen werkwoord (in slaap vallen)	ekdormi werkwoord ( endormiĝi werkwoord )
ontslapen werkwoord (heengaan; overlijden; verscheiden)	morti werkwoord
ontslapen zelfstandig naamwoord (heengaan; overlijden; verscheiden)	morto zelfstandig naamwoord
slaap zelfstandig naamwoord	tempio zelfstandig naamwoord
slaapbank zelfstandig naamwoord	dormbenko zelfstandig naamwoord (litbenko)
slaapbarak zelfstandig naamwoord	dormbarako onbekende woordsoort
slaapcoupé zelfstandig naamwoord	litkupeo onbekende woordsoort
slaapdrank	dormiga pocio
slaapgelegenheid zelfstandig naamwoord	tranoktebleco onbekende woordsoort
slaapkamer zelfstandig naamwoord (slaapvertrek)	dormĉambro zelfstandig naamwoord ( dormoĉambro zelfstandig naamwoord )
slaapkop zelfstandig naamwoord	dormemulo onbekende woordsoort
slaapmiddel zelfstandig naamwoord	dormigilo zelfstandig naamwoord
slaapmuts zelfstandig naamwoord	noktoĉapo onbekende woordsoort (nokta ĉapo)
slaapplaats zelfstandig naamwoord	dormloko onbekende woordsoort (dormoloko)
slaapplek zelfstandig naamwoord (nachtleger; slaapplaats)	dormloko onbekende woordsoort (dormoloko)
slaappoeder zelfstandig naamwoord	dormiga pulvoro onbekende woordsoort
slaapvertrek zelfstandig naamwoord (slaapkamer)	dormĉambro zelfstandig naamwoord ( dormoĉambro zelfstandig naamwoord )
slaapwagen zelfstandig naamwoord (wagon‐lit)	litvagono zelfstandig naamwoord ( dormvagono zelfstandig naamwoord )
slaapzaal zelfstandig naamwoord	dormĉambrego onbekende woordsoort
slaapzaal zelfstandig naamwoord	dormejo zelfstandig naamwoord
slaapzak zelfstandig naamwoord	dormsako zelfstandig naamwoord (litsako)
slaapziekte zelfstandig naamwoord	dormomalsano onbekende woordsoort (tripanosomozo)
slapend bijvoeglijk naamwoord	dormanta onbekende woordsoort
slapend bijvoeglijk naamwoord	sensentiĝinta onbekende woordsoort
slaper zelfstandig naamwoord	dormanto onbekende woordsoort
uitslapen werkwoord	satdormi onbekende woordsoort
verslapen werkwoord	fordormi onbekende woordsoort