Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord snijden

Nederlands	Esperanto
snijden	kastri
snijden	sekcii
snijden	tranĉi
snijden (afzetten)	tropagigi
snijden	tajli
snijden	kastrado
snijden (slijpen)	tajli
snijden	tranĉi
hout snijden (gelden; geldig zijn; opgaan; valideren; vigeren; van toepassing zijn)	validi
in stukken snijden (stuksnijden)	tranĉi en pecojn
snijden door	tranĉi
aansnijden (aankaarten)	ekparoli pri
aansnijden	ektranĉi
afsnijden	detranĉo
afsnijden (afsteken)	detranĉi
besnijden	cirkumcidi
beurzensnijder	monujŝtelisto
doorsníjden (dóórsnijden)	tratranĉi
dóórsnijden	sekci
dóórsnijden (doorsníjden)	tratranĉi
insnijden (inkerven; kerven)	entranĉi
lossnijden	malligi tranĉe
opensnijden	tranĉmalfermi
opsnijden (bluffen; ophakken; opscheppen; pochen; snoeven; snorken; grootspreken)	fanfaroni
snijbiet	folibeto
snijbloemen	tranĉfloroj
snijbrander	tranĉbrulilo
snijdend (schel)	strida
snijdend (scherp; snerpend; vlijmend)	tranĉa
snijder (kleermaker; tailleur)	tajloro
snijding	intersekco
snijkamer (ontleedkamer)	sekcejo
snijlijn (secans)	sekanto
snijlijn	sekcanto
snijmachine	tranĉmaŝino
snijplank (snijbord)	tranĉtabulo
snijpunt	intersekca punkto
snijtafel	sekca tablo
snijtand (voortand)	tranĉodento
snijvlak	sekca ebeno
snijwerk	ĉizaĵo
snijwond (jaap; snede; snee)	tranĉvundo
snijzaal	dissekciejo
stuksnijden (in stukken snijden)	tranĉi en pecojn
tweesnijdend	ambaŭtranĉa
uitsnijden	eltranĉi
versnijden	alitranĉi
versnijden (verdunnen)	dilui
versnijden (verknippen)	fuŝtranĉi
voorsnijden (trancheren)	distranĉi
wegsnijden	amputi