Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord treffen

Nederlands → Esperanto
  
NederlandsEsperanto
(aantreffen; vinden)
(ontmoeten)
(halen; raken)
(gevecht; kamp; slag)
(ontmoeting)
(aanwenden; toepassen)
(slaan)
(raken)
(boffen; geluk hebben)
esti bonŝanca
(zich opmaken; zich voorbereiden; zich prepareren; zich aangorden)
(bevinden; vinden)
(treffen; vinden)
(vinden)
damaĝita
(te boven gaan; uitblinken; uitmunten; voorbijstreven; overstijgen)
frapante
(sprekend)
okulfrape
(doelpunt; goal)
trefkans
trefpunt
trefwoord
trafkapabla